Plantparasieten van Europa

bladmineerders, gallen en schimmels

Heracleum

Heracleum berenklauw

Dichotome tabel voor bladmineerders

1a mijn kort, soms een aantal bijeen, voldiep; larve met gechitiseerde kop => 2

1b mijn > 1 cm, onder-of bovenzijdig; larve een made => 5

1c gallen etc => Tabellen voor alle parasieten per soort

2a vaak veel mijnen bijeen in de nerfoksels; larven wittig; ze leven later vrij, maken dan uitgestrekte venstervraat: Epermenia chaerophyllella

2b mijnen niet zo gegroepeerd; larven grijs; ze leven later tussen samengesponnen bladeren => 3

3a larve: pinacula kleurloos (wel is de basis van de setae zelf zwart): Cnephasia incertana

3b pinacula zwart => 4

4a larve: achter/onder de anus een chitineuze kam: Cnephasia asseclana

4b geen anale kam aanwezig: Cnephasia stephensiana

5a lange gangmijn => 6

5b blaasmijn => 8

6a gang veervormig vertakt; hoofd- en zijtakken bovenop een dikke nerf en diens zijnerven: Liriomyza strigata

6b gang onafhankelijk van de bladnervatuur, niet veervormig => 7

7a gang bovenzijdig, wittig; frasskorrels dicht bijeen: Phytomyza spondylii + Ph. pastinacae

7b gang interparenchymaal, gelig; frasskorrels weinig, ver uiteen: Phytomyza sphondyliivora

8a blaas interparenchymaal, aanvankelijk geelgroen, later bruin, perforaat, lijkt op een schimmelaantasting => 9

8b blaas boven- of onderzijdig => 10

9a larve: frontaal aanhangsel aanwezig: Phytomyza heracleana

9b frontaal aanhangsel afwezig: Phytomyza sp.

10a aan het begin van de mijn een groepje langgerekte eischaaltjes: Pegomya vanduzeei

10b geen eischaaltjes bij het mijnbegin => 11

11a primaire en secundaire vraatlijnen bij verse mijnen zeer duidelijk zichtbaar: Euleia heraclei & Cryptaciura rotundiventris

11b vraatlijnen niet opvallend: Phytomyza angelicae

Zie ook “Agromyza heraclei

Tabellen voor alle parasieten per soort

Laatste bewerking 27.viii.2021