Petasites hoefblad
(For a dichotomous table for galls on Petasites by Hans Roskam click here)Dichotome tabel voor bladmineerders
1a mijn voldiep; larve met kop en poten => 2
1b mijn boven- of onderzijdig; larve een made => 3
1c gallen etc => Tabellen voor alle parasieten per soort
Dichotome tabel voor bladmineerders
1a mijn voldiep; larve met kop en poten => 2
1b mijn boven- of onderzijdig; larve een made => 3
1c gallen etc => Tabellen voor alle parasieten per soort
2a mijntje niet groter dan 1 vierkante cm, vaak in aantal: Platyptilia gonodactyla*
2b mijn groter, uiteindelijk een groot deel van het blad innemend: Scrobipalpula tussilaginis
3a primaire en secundaire vraatlijnen opvallend, mijn vaak uiteindelijk blaasachtig; frass onregelmatig verspreid; larve: achterspiraculum met 3 papillen => 4
3b gangmijn zonder vraatlijnen; frass in 2 rijen; achterspiraculum met > 3 papillen => 6
4a mijn gecentreerd op een zware nerf, gangachtig tot smalle blaas: Trypeta zoe
4b mijn niet geassocieerd met een nerf, gangachtig en uitmondend in een groot blaas => 5
5a eerste deel van de mijn een haardunne, niet verbrede gang die een deel van het blad afsnijdt, waardoor dit necrotisch wordt; in het necrotische deel later een grote blaasmijn: Stemonocera cornuta
5b gang geleidelijk breder wordend, zonder een deel van het blad te ringen; uiteindelijk een slordige blaasmijn: Acidia cognata
6a larve verlaat voor de verpopping de mijn via een (bovenzijdige) boogvormige snede in de epidermis; gang geleidelijjk breder wordend: Phytomyza tussilaginis
6b puparium in de mijn; gang verandert nauwelijks van breedte => 7
7a gang bovenzijdig, grijsgroen; frass in geïsoleerde korrels: Chromatomyia cf. syngenesiae
7b gang interparenchymaal, geelgroen, zeer lang (tot 20 cm!), frass in parelsnoertjes: Phytomyza farfarae
*In meer recente literatuur wordt deze soort niet als mineerder beschreven.
Niet in de tabel opgenomen: Phytomyza buhriella; Phytosciara halterata, macrotricha; Scrobipalpa pauperella; Scrobipalpopsis petasitis.