Cichorium cichorei
Dichotome tabel voor bladmineerders
1a mijn in de vlezige witte (geëtioleerde) bladeren van witlof => 2
1b mijn in normale, groene bladeren => 4
1c gallen etc => Tabellen voor alle parasieten per soort
2a larve: kopskelet van het Agromyzinae-type; achterspiraculum met ca 9 papillen: Ophiomyia pinguis
2b larve: kopskelet van het Phytomyzinae-type; achterspiraculum met > 20 papillen => 3
3a larve in de hoofdnerf, die galachtig opgezwollen is; niet bekend uit Nederland of België: Phytomyza penicillata
3b geen galachtige zwelling; bekende en schadelijke soort: Napomyza cichorii
4a mijn voldiep, larve met gechitiniseerde kop => 5
4b mijn onder- of bovenzijdig; larve een made => 7
5a flinke gangmijn; larve, pootloos, mineert levenslang: Orthochaetes setiger
5b kleine mijntjes van ondefinieerbare vorm; larve (met borstpoten) leeft later vrij tussen samengesponnen bladeren => 6
6a larve: pinacula kleurloos (wel is de basis van de setae zelf zwart): Cnephasia incertana
6b pinacula zwart: Cnephasia stephensiana
7a veervormig vertakt; hoofdas bovenop de hoofdnerf: Liriomyza strigata
7b mijn niet veervormig vertakt, niet bovenop de hoofdnerf => 8
8a gangmijn => 9
8b blaasmijn: Liriomyza endiviae, L. puella en L. sonchi
9a gang loop vrij door het blad => 10
9b korte gangen, vanuit bladbasis of hoofdnerf; puparium in de hoofdnerf of stengel: Phytomyza continua
10a puparium in het blad, in een (meestal onderzijdige) poppenwieg: Chromatomyia cf. syngenesiae
10b larve verpopt na het verlaten van de mijn: Liriomyza bryoniae
Niet opgenomen in de tabel: Liriomyza sonchi