het meest opvallend door de aantasting getroffen orgaan
alle knoppen: zowel blad- als bloemknoppen blad: ook naald, phyllodium, bladsteel bladknop: ook ontvouwend jong blad bloem: ook bloeiwijze stengel: ook halm, onderste deel van de bloemsteel, bij grassen ook de bladschede systemisch: de gehele bovengrondse plant vrucht: ook zaad wortel: ook wortelstok en kruipende stengel, uitloper wortelhals: ook het onderste deel van de stengel
PARASITEERWIJZE
bladvlek: verkleurd, meestal niet vergald, vaak ± necrotisch teken van een schimmelaantasting boorder: larve inwendig, uitwendig vrijwel geen tekenen dons: 0.5-2 mm hoge schimmeldons gal: zwelling en/of misvorming grazer: vretend aan de buitenzijde van de plant mineerder-boorder: larve leeft aanvankelijk als mineerder, later als boorder overtrek: dunne film van schimmelweefsel striem: streep van schimmelweefsel in de lengterichting van een grasblad vrijlevend: (bladluizen, mijten) alleen bij grotere dichtheden misvormingen veroorzakend wrat: prop van schimmelweefsel, meestal bruin-zwart en < 2 mm
TABEL FILTEREN EN SORTEREN
Filter bovenstaande tabel door een zoekterm te typen in het search-veld (bovenaan rechts in de tabel). Sorteer een kolom door te klikken op de pijltjes achter de kolomnaam (zowel oplopend als aflopend). Sorteer op meerdere kolommen door met Shift + klik op volgende pijltjes te klikken.
NOTA BENE
Het waardplanten-spectrum van een parasiet is vaak onvolledig bekend,
zeker op het niveau van afzonderlijke soorten. Raadpleeg daarom in elk geval ook
de tabel van alle soorten van dit geslacht.