Limonium lamsoor, zeelavendel
incl. Acantholimon, Goniolimon, Psylliostachys.
Dichotome tabel voor bladmineerders
1a lange, min of meer gekronkelde of gespiraliseerde gang; larve mineert levenslang => 2
1b kort gangetje; oudere larven leeft tussen samengesponnen bladeren: Lobesia neptunia
1c “grote gevlekte mijn” (uiterste ZO Europa): Ancylosis substratella
1d gallen etc => Tabellen voor alle parasieten per soort
2a mijn bovenzijdig; larve een made: Chromatomyia horticola
2b mijn voldiep; larve met gesclerotiseerde kop => 3
3a kusten van de Canarische Eilanden: Acalyptris staticis
3b kusten van met oostelije Middellandse Zee-gebied: Acalyptris lesbia, A. limonii, A. maritima (mijnen niet te onderscheiden)
De door Hering (1957a), in navolging van Dobreanu (1937a), in dit verband genoemde pyralide Glyptoteles leucacrinella Zeller, 1848, is, zoals hijzelf al vermoedde, geen mineerder; de soort leeft van dode bladeren.
Niet in de tabel opgenomen: Scrobipalpa monochromella (biologie onvoldoende beschreven).