Genista heidebrem
Incl. Chamaespartium (=Genistella, pijlbrem), Pterospartum en Teline.
(For a dichotomous table for galls on Genista by Hans Roskam click here)Dichotome tabel voor bladmineerders
1a larve mineert vanuit een zak, maakt vlekmijnen => 2
1b de larve mineert niet vanuit een zak => 8
1c gallen etc => Tabellen voor alle parasieten per soort
Dichotome tabel voor bladmineerders
1a larve mineert vanuit een zak, maakt vlekmijnen => 2
1b de larve mineert niet vanuit een zak => 8
1c gallen etc => Tabellen voor alle parasieten per soort
2a larve in een samengestelde bladzak => 3
2b larve in een zwarte buisvormige zak: Coleophora vibicella
2c larve in een lapjeszak => 4
3a zak kort en gedrongen, ca 7 mm, opgebouwd uit slechts enkele bladstukjes: Coleophora hartigi
3b zak lang en slank, 7-11 mm, uit 6-7 bladstukjes: Coleophora sardocorsa
4a mondopening naar opzij verschoven, zak ligt daardoor zijdelings op het blad (voorkomen op deze plant onzeker): Coleophora onobrychiella
4b mondopening normaal => 5
5a mondhoek 80-90°; zak staat recht op het blad: Coleophora saturatella
5b mondhoek 20-45°; zak staat schuin op het blad => 6
6a lapjes liggen afwisselend, waardoor de zak lijkt op een vergeeld grasaartje: Coleophora genistae
6b lapjes liggen slordig gerangschikt => 7
7a achterste deel van de zak niet door lapjes bekleed, opvallend sterk naar beneden gekromd: Coleophora colutella
7b ook het achterste deel is met lapjes bekleed, niet zo opvallend naar onder gekromd: Coleophora trifariella
8a vouwmijnen => 9
8b mijnen vlak => 17
9a Macaronesische soorten (Canarische eilanden, Madeira …) => 10
9b soorten van continentaal Europa => 13
10a Madeira: Phyllonorycter juncei madeirae
10b Canarische archipel => 11
11a mijn bovenzijdig: Phyllonorycter bartolomella
11b mijn onderzijdig => 12
12a mijn met dwarsplooien, punt van het blaadje sterk naar beneden gekromd: Phyllonorycter juncei
12b mijn met lengteplooien, doet het blaadje dubbelvouwen: Phyllonorycter foliolosi
13a op Genista sagittalis: Phyllonorycter cerasinella
13b op andere soorten => 14
14a mijn onderzijdig => 15
14b mijn bovenzijdig => 16
14c mijn onbekend; mogelijk geen blad- maar schorsmineerder op Genista etnensis; Sicilië: Phyllonorycter etnensis
15a op Genista monspessulana; Iberisch Schiereiland: Phyllonorycter telinella
15b op Genista germanica, tinctoria; ook in meer noordelijk Europa: Phyllonorycter fraxinella
16a op Genista florida; Iberisch Schiereiland: Phyllonorycter genistella
16b op Genista sericea; Middellandse Zee-gebied: Phyllonorycter triflorella
16c op Genista procumbens, scoparius, zuidelijk Europa: Phyllonorycter staintoniella
17a mijn bevat geen of vrijwel geen frass => 18
17b mijn bevat duidelijke hoeveelheden frass => 24
18a de larve leeft tot kort voor de verpopping in de mijn; buiten de mijn bevindt zich geen spinsel: Micrurapteryx kollariella
18b de larven leven korter of langer buiten de mijn, en zetten daar ook spinsel af => 19
19a de jonge larven leven in (kleine) mijntjes; later leven ze vrij tussen samengesponnen bladeren => 20
19b de larven leven tussen samengesponnen bladeren, maken gaten in de epidermis van die bladeren en maken vervolgens vlekmijnen (misschien slechts facultatieve mineerders): Mirificarma cytisella; Syncopacma albipalpella, Syncopacma suecicella
20a larven donkergekleurd, groen tot grijszwart => 21
20b larven lichtgekleurd => 23
21a larve: pinacula kleurloos (wel is de basis van de setae zelf zwart): Cnephasia incertana
21b pinacula zwart => 22
22a larve: achter/onder de anus een chitineuze kam: Cnephasia asseclana
22b geen anale kam aanwezig: Cnephasia stephensiana
23a larve met zes roodachtige lengtelijnen: Syncopacma cincticulella
23b geen lengtelijnen: Syncopacma vinella
24a voldiepe blaasmijn met frass in een centrale vlek; larve met gechitiniseerde kop => 25
24b mijn bovenzijdig, in het begin gangachtig en de bladrand volgend; larve een made => 27
25a frass in een centrale vlek; pop in de mijn: Oryxolaemus flavifemoratus
25b frass in spiraalboogjes; verpopping buiten de mijn => 26
26a pop: achterste helft van abd 8 dorsaal met een grove, “rasp-achtige” sculptuur: Leucoptera laburnella
26b op deze plaats fijne, diagonaal verlopende, ribbeltjes: Leucoptera genistae
27a larve: voorste tand van de mandibel teruggekromd: Agromyza pulla
27b voorste tand van de mandibel recht afstaand (zelden op deze waardplant): Agromyza johannae
Niet in de tabel opgenomen: Coleophora glaseri, Coleophora pterosparti; Leucoptera andalusica; Phyllonorycter hispanica.