Plantparasieten van Europa

bladmineerders, gallen en schimmels

Lotus

Lotus rolklaver

Incl. Tetragonolobus

Dichotome tabel voor bladmineerders

1a blaasmijn zonder begingang => 2

1b gangmijn van begin tot eind => 4

1c gangmijn die zich plotseling tot een duidelijke blaas verbreedt => 6

1d vouwmijn => 10

1e vlekmijn => 11

1f gallen etc => Tabellen voor alle parasieten per soort

2a blaas groot, met veel frass; larve tot kort voor de verpopping in de mijn: Leucoptera lotella

2b blaas meestal klein, met weinig of geen frass; na korte tijd leven de larven tussen samengesponnen bladeren => 3

3a larve donkergrijs, van voren witte rugstreep: Aproaerema anthyllidella

3b larve geel met rode dwarsbanden: Syncopacma taeniolella

4a gang voldiep; frass in centrale lijn: Coleophora discordella (beginmijn)

4b gang boven- of onderzijzig; frass anders => 5

5a frass in een brede groene centrale band, met aan weerszijden fijne korreltjes: Liriomyza congesta

5b frass in geïsoleerde korrels, zonder groene middenband: Chromatomyia horticicola

6a larve een made; mijn haakvormig, blaas-gedeelte bovenop de hoofdnerf: Agromyza nana

6b larve met gechitiniseerde kop; mijn niet haakvormig, anders in het blad geplaatst => 7

7a blaas aan de bladrand, begint ook daar; bij gangbegin geen eischaaltje: Coleophora discordella (beginmijn)

7b blaas begint nabij bladbasis, breidt zich over het hele blad uit; bij begin van de gang een eischaaltje => 8

8a Canarische Eilanden, Madeira: Trifurcula ridiculosa

8b soorten van het Europese continent => 9

9a pop gewoonlijk in de mijn; larve: bovenzijde borststuk met aan elke zijde resp. 10, 10 en 8 setae: Trifurcula eurema

9b verpopping buiten de mijn; larve: bovenzijde borststuk met aan elke zijde resp. 13, 11 en 9 setae: Trifurcula cryptella, manygoza

10a het blaadje wordt volledig uitgemijnd: Phyllonorycter nigrescentella

10b het blaadje wordt niet volledig uitgemijnd: Phyllonorycter insignitella

11a larve vrij, niet in een zak of spinselbuis: Polyommatus icarus

11b larven in een spinselbuis, waarin ze zich tijdens eetpauzes terugtrekken => 12

11c larve in een transportabele zak => 13

12a larve grijsgroen met wittige lengtelijnen: Scythris picaepennis

12b larve donkerpaars met smalle wittige dwarsbandjes: Scythris siccella

13a zak slakkenhuisvornig; gaatje in de mijn niet zuiver rond: Apterona helicoidella (noordelijk Europa) & helicinella (zuid-Europa)

13b zak niet slakkenhuisvormig; gaatje zuiver rond => 14

14a pistoolzak, geheel bedekt door een wit pallium Coleophora spumosella

14b lapjeszak => 15

14b samengestelde bladzak => 16

15a zak dorsoventraal afgeplat: Coleophora festivella

15b zak niet afgeplat: Coleophora colutella

16a soort uit Canarische Eilanden: Coleophora loti

16b soorten van het Europese continent =>17

17a zak zijdelings samengedrukt, bestaand uit weinig grote bladfragmenten: Coleophora squamella

17b zak alleen aan het eind samengedrukt, strakke contour: Coleophora discordella

Niet in de tabel opgenomen: Cnephasia spec.; Coleophora acrisella (voorkomen op deze plant dient nadere bevestiging).

Tabellen voor alle parasieten per soort

Laatste bewerking 27.v.2019