1a naalden worden vanaf de basis uitgemijnd, vanuit een spinselbuis op de tak => 2

1b geen spinselbuis => 8

1c gallen etc => Tabellen voor alle parasieten per soort

2a larve groen => 3

2b larve bruinig => 4

3a mijnen in het voorjaar: Epinotia nanana

3b mijnen in het najaar: Epinotia tedella

4a mijn bevat geen frass: Coleotechnites piceaella

4b uitgemijnde blad bevat frasskorrels => 5

5a mijnen in de naalden van vorig jaar; larven tot kort voor de verpopping in de mijn => 6

5b mijnen in de jonge naalden; oudere larven mineren niet meer => 7

6a larve in mei-juni; voor de anus een rij stevige borstels: Chionodes electella

6b larve van september-mei; niet zo’n borstelrij; mijn in het basale deel van de naald: Batrachedra pinicolella

7a larve: bovenlip wit: Dichelia histrionana

7b bovenlip donker: Pseudohermenias abietana

8a vlekmijn: Archips oporana

8b geen vlekmijn => 9

9a de larve mineert een enkele naald (bijt deze tenslotte af en gebruikt hem als zak): Nemophora associatella

9b de larve mineeert verscheidene naalden => 10

10a de mijn bevat geen frass; larve oranjebruin: Coleotechnites piceaella

10b in de top of basis van de mijn is frass aanwezig; larve groenig => 11

11a larve: kop en pronotum donkerbruin => 12

11b kop en pronotum lichtbruin => 13

12a minerende larven in het voorjaar: Epinotia pygmaeana

12b larven in juni-juli: Epinotia subsequana

13a oudere larven boren in de scheut: Zeiraphera ratzeburgiana

13b oudere larven tussen samengesponnen naalden: Cymolomia hartigiana