Plantparasieten van Europa

bladmineerders, gallen en schimmels

Pseudomijnen

Pseudomijnen

In het veld is het niet altijd eenvoudig om een mijn te onderscheiden van andere beschadigingen van een blad. Er bestaat een grote variatie in zulke “pseudomijnen”, maar twee typen zij vrij makkelijk te herkennen.

venstervraat

Venstervraat ontstaat doordat een larve het blad aan één zijde (meestal de onderzijde) vrijwel geheel wegvreet en alleen de epidermis van de andere zijde laat staan. Het resultaat kan bedriegelijk sterk lijken op een mijn, maar is geen mijn omdat de larve geheel vrij op het blad zit. Vaak moet de loupe er aan te pas komen om vast te stellen dat eventuele frasskorrels die onder aan de bovenepidermis kleven niet door de onderepidermis bedekt zijn.

Venstervraat is doorzichtiger dan de doorzichtigste blaasmijn, en meestal ook onregelmatiger begrensd. Op de grens blad-“mijn” is aan de vraat-zijde een hoogteverschil te zien, ter dikte van het blad.

-0031

venstervraat op eenjarig bingelkruid

Cionus olens is een bijzonder geval. De larve verricht venstervraat, maar de waardplant heeft een dikke viltlaag op de bladeren, en die blijft intact, zodat de larve toch van de buitenwereld geïsoleerd blijft.

bladvlekken

Bladvlekken worden veroorzaakt door parasitaire schimmels. In de vlek zelf is het plantenweefsel afgestorven, en hier ontwikkelen zich de schimmelsporen. Rondom de eigenlijke vlek is het plantenweefsel nog niet dood, maar wel necrotisch tengevolge van het gif dat door de schimmel wordt geproduceerd. Dit necrotische bladweefsel heeft allerlei tinten geel, oranje tot rood. Zo’n zone van herfstkleuren komt rondom een mijn nooit voor: de mineerder eet gezond bladweefsel.

-0037

bladvlekken op kompassla

Laatste bewerking 13.vi.2018