Psylliodes napi (Fabricius, 1792)
koolzaadbladhaantje
op Brassicaceae
mijn
Normaliter leven de larven als stengelboorder. In uitzonderlijke gevallen brengt hun vreterij ze in de bladsteel of hoofdnerf, en vandaar in de bladschijf, waar ze korte gangetjes kunnen maken. Speciaal op vochtige plaatsen (Hering, 1957a).
waardplanten
Brassicaceae, oligofaag
Alliaria petiolata; Barbarea vulgaris; Brassica oleracea; Cardamine amara, flexuosa, impatiens, pratensis; Coincya wrightii; Crambe maritima; Erucastrum; Erysimum humile; Isatis tinctoria; Lunaria rediviva; Nasturtium officinale; Rorippa; Sinapis alba, pubescens.
fenologie
Larven in september, october (Hering, 1957a); univoltien, overwintering als imago (Cox, 2007a).
BENELUX
BE waargenomen (Fauna Europaea, 2007).
NE waargenomen (Beenen & Winkelman, 1993a; Fauna Europaea, 2007).
LUX waargenomen (Fauna Europaea, 2007).
verspreiding binnen Europa
Geheel Europa, inclusief de Britse Eilanden (Cox, 2007a; Fauna Europaea, 2007; Warchalowski, 2003a).
larve
Zie Cox (1998a).
literatuur
Aslan, Gök, Gürbüz & Ayvaz (2009a), Bastazo, Vela & Petitpierre (1993a), Beenen & Winkelman (1993a), Buhr (1933a, 1964a), Bukejs (2009g)m Bukejs, Tamutis, Ferenca & Alekseev (2012a), Cox (1998a, 2007a), Dauphin & Aniotsbehere (1997a), Doguet (1994a), Farina (2015a), Hering (1957a), Houard (1908a), Jolivet (1953a), Konstantinov & Vandenberg (1996a), Ouda, Čížek & Boža (2013a), Petitpierre i Vall (1994a), Pozsgai (2005a), Rheinheimer & Hassler (2018a), Robbins (1991a), Roskam (2009a), Rozner & Rozner (2014a), Steinhausen (2001a), Tomasi (2014a), Warchalowski (2003a).