Protapion nigritarse (Kirby, 1808)
op Trifolium
parasiet
Larven en poppen in de zich ontwikkelende vruchten; kevers aan de bladeren.
waardplanten, larven
Fabaceae, nauw monofaag
Trifolium aureum, campestre, dubium.
Volgens Rheinheimer & Hassler leeft de soort uitsluitend op bovengenoemde, geel-bloeiende klavers. Dit wordt weersproken door o.m. Compte, die de soort ook vermeldt van Trifolium fragiferum, hybridum, pratense, repens.
waardplanten, kevers
polyfaag
Reynoutria japonica.
verspreiding binnen Europa
synoniemen
Apion nigritarse.
literatuur
Avgın & Colonnelli (2011a), Buhr (1965a), Colonnelli, Osella & Cornacchia (2011a), Compte (1981a), Dauphin & Aniotsbehere (1997a), Delbol (2013a), Dieckmann (1977a), Ehret (1990a), Hayat, Güçlü, Özbek & Schön (2002a), Heijerman & van der Leij (1997a), Meijer, Smit, Beukeboom & Schilthuizen (2012a), Podlussány (1986a), Rheinheimer & Hassler (2010a), Yunakov, Nazarenko, Filimonov & Volovnik (2018a).