Neocoenorrhinus aeneovirens (Marsham, 1802)
op Quercus
parasiet
Het wijfje maakt een grote wond in de basis van een knop, en maakt vervolgens in de knop een holte waarin een ei wordt gedeponeerd. De knop verdroogt maar valt niet af. De larve leeft van de verdrogende inhoud van de knop, boort zich naar buiten wanneer hij volgroeid is en verpopt zich in de bodem.
waardplanten
Fagaceae, monofaag
Vermeldingen van andere waardplanten zijn onzeker.
verspreiding binnen Europa
synoniemen
Coenorhinus aeneovirens; Schoenitermes, Neocoenorrhinus, minutus (Herbst, 1797).
literatuur
Braunert (2017a), Dieckmann(1974a), Papi (2009a), Rheinheimer & Hassler (2010a), Ugarte San Vicente (2005a), Yunakov, Nazarenko, Filimonov & Volovnik (2018a).