Agromyza bromi Spencer, 1966
dravikmineervlieg
mijn
Mijn en larve niet beschreven. Omdat de volwassen vlieg zeer sterkt lijkt op die van A. nigrella geldt dit mogelijk ook voor de mijn en larve (Spencer, 1966a).
waardplanten
Poacae, nauw oligofaag
Bromopsis ramosa; Ceratochloa cathartica.
BENELUX
BE waargenomen (Scheirs, De Bruyn & von Tschirnhaus, 1995a, 1996a).
NE waargenomen (Warrington, 2018e).
LUX niet waargenomen (Fauna Europaea, 2007).
verspreiding binnen Europa
Van Engeland tot Bulgarije, en van de Baltische Staten tot Spanje (Fauna Europaea, 2007; Černý & Merz, 2006a; Gil Ortiz, 2009a).
puparium
Achterspiracula van elkaar gescheiden, drie papillen (Spencer, 1966a).
opmerkingen
Beschreven uit de botanische tuin van Berlijn.
literatuur
Černý (2001a, 2011a), Černý & Merz (2006a, 2007a), Černý & Vála (1999a), Černý, Vála & Barták (2001a), Ci̇velek, Çikman & Dursun (2008a), Civelek, Tonguc, Ozgul & Dursun (2007a), Gil Ortiz (2009a), Gil-Ortiz, Martinez & Jiménez-Peydró (2010a), Papp & Černý (2015a), Robbins (1991a), Scheirs, De Bruyn & von Tschirnhaus (1995a, 1996a), Spencer (1966a, 1972a, 1976a), von Tschirnhaus (1999a).