Ophiomyia aquilegiana Lundquist, 1947
op Aquilegia, Thalictrum
Aquilegia vulgaris, Engeland, Norfolk, Downham-Market, 11.viii.2023 © Rob Edmunds
andere mijn, detail met puparium
Aquilega cult., oostelijk Denemarken, 23.vi.2018 © Simon Haarder
detail
puparium in de mijn
parasiet
De larve maakt een tot 50 cm lange gangmijn in de stengelschors. Frass in ver uiteen liggende korrels. Verpopping intern.
waardplanten
Ranunculaceae, oligofaag
Aquilegia vulgaris; Thalictrum aquilegiifolium, flavum, minus.
fenologie
Waarschijnlijk twee generaties.
verspreiding binnen Europa
larve
Griffiths( 1963a) geeft een uitvoerige beschrijving. Achterspiraculum met 6-7 papillen.
synoniemen
Ophiomyia thalictrina Griffiths, 1963.
literatuur
Griffiths (1962a), Hering (1962a), Pakalniškis (1994a, 2004a), Papp & Černý (2015a), Robbins (1991a), Spencer (1964a, 1972a, 1976a), von Tschirnhaus (1999a).