Cerodontha luzulae

Luzula sylvatica, Bunderbos


voorspiraacula dorsaal en lateraal


kopskelet en mandibel


achterspiraculum, dat drie papillen heeft, waarvan er een sterk verlengd is, en om de basis waarvan de andere twee zich buigen. De rechter© toont een kenmerk van alle(?) Cerodontha‘s: boven de mondopening is de kop versmald tot een nauwe plaat, die op zijn kiel een zoom van stijve haren draagt
De larve is beschreven door Nowakowski (1973a).
13.xii.2007
Laatste bewerking 25.vii.2017