Phytomyza adjuncta Hering, 1928

Pimpinella major, Savelsbos: verlaten mijnen; © Maarten Immerzeel

Pimpinella saxifraga, België, prov. Namen, Chevetogne; © Jean-Yves Baugnée

Pimpinella saxifraga, België, prov. Namen, Dourbes

detail
mijn
De lange, smalle bovenzijdige begingang, die in het centrum van een blaadje begint, wordt plotseling sterk breder. Het verbrede deel volgt streng de bladrand. Frass in onregelmatig verspreide zwarte korrels. Primaire vraatlijnen duidelijk. Verpopping buiten de mijn; boogsnede in de bovenepidermis.
waardplanten
Apiaceae, monofaag
Pimpinella major, saxfraga.
Ook, mogelijk ten onrechte, gemeld van Silaum silaus.
fenologie
Larven in juni-juli (Hering, 1957a), maar door mij gevonden in eind september.
BENELUX
BE waargenomen (Ellis: Dourbes).
NE waargenomen (Hering, 1959a: Meijendel; de Meijere, 1939a).
LUX waargenomen (Ellis: Kautenbach).
verspreiding binnen Europa
Van Scandinavië tot de Pyreneeën en Italië, en van Engeland tot de Baltische Staten, Polen en Roemenië (Fauna Europaea, 2008).
larve
puparium
Zwart.
synoniemen
Phytomyza silaicomes Hering, 1960.
opmerkingen
Hering beschrijft de synonyme Ph. silaicomes van Silaum silaus, maar Spencer (1972a) betwijfelt de determinatie van de waardplant.
literatuur
Andersen (2013a), Beiger (1955a, 1960a, 1965a, 1970a), Beuk (2002a), Buhr (1930a, 1932a, 1941b, 1964a), Černý (2001a, 2007a), Černý & Merz (2007a), Černý & Vála (1996a), Dreger & Myssura (2005a), Griffiths (1957a), Haase (1942a), Hartig (1939a), Hering (1928a, 1955b, 1957a, 1959a, 1960a), Huber (1969a), Kvičala (1938a), Maček (1999a), de Meijere (1934a, 1937a, 1939a), Michalska (1970a, 1972a), Nowakowski (1954a), Popescu-Gorj & Drăghia (1966a), Robbins (1991a), Skala & Zavřel (1945a), Sønderup (1949a), Spencer (1959a, 1971a, 1972a, 1976a), Süss & Moreschi (2003a), Surányi (1942a), von Tschirnhaus (1999a), Utech (1962a), Zoerner (1969a).