Phytomyza origani Hering, 1931

Origanum vulgare, jonge mijn; België, prov. Namen, Andenne, Andenelle © Jean-Yves Baugnée

Origanum vulgare, St. Pietersberg: oude mijn

Origanum vulgare, België, prov. Luik, Carrière de la Falize © Carina Van Steenwinkel

voltooide mijn met puparium

detail

Origanu, vulgare, België, prov. Namen, Furfooz, Parc National de Furfooz © Stéphane Claerebout: jonge mijn

zelfde mijn in doorzicht

zelfde mijn, twee dagen later

doorzicht

het verse puparium (buiten de mijn gevormd)
mijn
De gangmijn begint met een bovenzijdig spiraaltje. De windingen zijn zo fijn en nauw dat het meer weg heeft van een vlekje. Dan volgt een ganggedeelte, dat vaak voor een deel de bladrand volgt, in de richting van de bladtop. Daar legt de gang zich in een aantal lussen die zo dicht opeen liggen dat een zwarte secundaire blaasmijn ontstaat, met secundaire vraatlijnen. Het laatste deel van de gang is vaak weer een vrije gang, aan het eind waarvan zich het puparium bevindt. Voordat de verpopping begint heeft de larve daar al een boogvormige snede in de epidermis gemaakt. Niet zelden valt het puparium uit de mijn (Hering, 1967a).
waardplanten
Lamiaceae, monofaag
Origanum vulgare.
fenologie
Larven tussen mei en augustus (Hering, 1957a).
BENELUX
BE waargenomen (JY Baugnée, Andenne).
NE waargenomen (Ellis: St. Pietersberg).
LUX waargenomen (Ellis: Dudelange).
verspreiding binnen Europa
Van Litouwen tot het Iberisch Schiereiland, en van Engeland tot Bulgarijë (Fauna Europaea, 2008).
larve
Nowakowski (1959a).
opmerkingen
Het frass-patroon van deze soort is heel ongewoon omdat de frass niet in twee rijen ligt, zoals regel is bij agromyziden. Vooral jonge mijnen doen daarom denken aan het werk van een kever, zoals Apteropeda.
literatuur
Beiger (1960a, 1979a), Bland (1994c), Buhr (1932a, 1941b, 1964a), Černý & Merz (2005a, 2006a, 2007a), Černý, Vála & Barták (2001a), Ci̇velek, Çikman & Dursun (2008a), Dreger & Myssura (2005a), Guglya (2021a), Eiseman & Lonsdale (2022a), Hartig (1939a), Hering (1931a, 1936b, 1957a, 1967a), Michalska (1970a), Nowakowski (1959a), Robbins (1991a), Sønderup (1949a), Spencer (1959a, 1972a,b, 1974a, 1976a), von Tschirnhaus (1999a).