Phytomyza penicilla Hendel, 1935
mijn
Eigenlijk geen bladmineerder maar een boorder. De larve tunnelt in de hoofdnerf van het blad, die daardoor galachtig opzwelt, vooral in het basale deel. Soms gaan uitlopers de bladschijf in. Verpopping in het blad.
waardplanten
Asteraceae, oligofaag
Cichorium endivia, intybus; Lactuca serriola; Lapsana communis.
Mogelijk ook Arctium (Spencer, 1973b).
fenologie
Larven in bladeren in april-mei. In de zomer treedt een tweede generatie op, waarvan de larven in de stengel en wortel boren (Spencer, 1973b).
BENELUX
Niet bekend uit de Benelux-landen (Fauna Europaea, 2008).
verspreiding binnen Europa
Duitsland, Polen, Frankrijk, Zwitserland, Oostenrijk (Fauna Europaea, 2008).
puparium
beschreven door de Meijere (1943a) en Spencer (1973b).
literatuur
Buhr (1955b, 1964a), Černý (2009a), Černý, Barták & Vaněk (2009a), Černý & Merz (2007a), Dauphin & Aniotsbehere (1997a), Hering (1957a, 1963a), de Meijere (1943a), Spencer (1973b), Tomasi (2014a), von Tschirnhaus (1999a).