Phytomyza podagrariae Hering, 1954
late zevenbladmineervlieg

Aegopodium podagraria, Duitsland (Baden-Württemberg), Baden-Weiler

Aegopodium podagraria, Denemarken, Frd.lundskov © Morten Kofoed-Hansen
mijn
Bovenzijdige zich verbredende gangmijn. Mijnen treden op in de zomer en nazomer, van juni tot october. Verpopping buiten de mijn.
waardplanten
Apiaceae, monofaag
Aegopodium podagraria.
fenologie
Bezette mijnen van begin juli tot october.
BENELUX
BE waargenomen (Mortelmans ea, 2014a).
NE waargenomen (Ellis, veel vindplaatsen).
LUX niet waargenomen (Fauna Europaea, 2008).
verspreiding binnen Europa
Litouwen, Duitsland, Polen, Tsjechië (Fauna Europaea, 2008).
larve
puparium
Aegopodium podagraria, Zweden, Gothenburg, 29.viii.2020 @ Johan Ennerfelt
opmerkingen
Hering beschreef deze soort pas in 1954, te laat om hem onder de aandacht van de Meijere te brengen. Ook niet genoemd door van Frankenhuyzen, Houtman & Kabos (1982a). Niettemin redelijk gewoon in Nederland.
literatuur
Ahr (1966a), Beiger (1970a), Černý (2001a, 2013a), Černý & Vála (1996a), Černý, Vála & Barták (2001a), Ci̇velek, Çikman & Dursun (2008a), Henshaw & Howse (1989a), Hering (1954a, 1957a), Maček (1999a), Mortelmans, Boeraeve, Tamsyn ao (2014a), Pakalniškis (1993a), von Tschirnhaus (1999a).