Chirosia nigripes Bezzi, 1895
mijn
Het ei wardt afgezet op het bovenste deel van de hoofdnerf (eigenlijk: rachis) van een zich ontrollend blad. De larve boort zich in de hoofdnerf in, waardoor het topdeel van het blad sterk in zijn ontwikkeling wordt geremd en tenslotte afsterft. Vaak verscheidene larven bijeen in een mijn. Verpopping buiten de mijn (Brown & McGavin, 1982a).
waardplanten
Pteridium aquilinum.
fenologie
Larven van het voorjaar tot eind juni; overwintering als puparium in de grond (Brown & McGavin, 1982a).
BENELUX
Niet bekend uit de Benelux-landen (Fauna Europaea, 2007).
verspreiding binnen Europa
Scandinaviƫ, Engeland, Duitsland, Italiƫ (Fauna Europaea, 2007).
synoniemen
Chirosia albifrons Tiensuu, 1938.