Myopites eximia Séguy, 1932
zeealantboorvlieg
op Limbarda
gal
de bloembodem is verhout en zeer sterk verdikt, zowel aan boven- als onderzijde. Binnenin een aantal verticale galkamers, elk met een made of puparium. Elke larve is gearriveerd vanuit een ei dat op een bloem gelegd is, waarna hij via de jonge vrucht de bloembodem heeft kunnen bereiken; die vrucht is mede in de galvorming betrokken en dient uiteindelijk als uitgangsweg van de vlieg. De vergalde vruchten staan als kegeltjes bovenop de bloembodem.
waardplanten
Asteraceae, monofaag
Limbarda crithmoides.
Houard en Dauphin & Aniotsbehere noemen daarenboven Inula salicina en Pulicaria dysenterica, odora; vooral het laatste behoeft bevestiging.
synoniemen
Myopites frauenfeldi Schiner, 1864.
parasitoïden, predatoren
Ormyrus orientalis; Torymoides kiesenwetteri.
literatuur
Béguinot (2000b, 2002f), Dauphin & Aniotsbehere (1997a), Gençer (2014a), Houard (1909a), Niblett (1940a), Redfern & Shirley (2011a), Ribes (2014a), Snit (2003a, 2010a), Spooner & Bowdrey (2012a), Tavares (1905a), White (1988a).