Terellia tussilaginis (Fabricius, 1775)
gele klitboorvlieg
op Arctium
gal
de larve leeft in een nauwelijks vervormd vruchtje. Zijn aanwezigheid is te herkennen een minuscuul gaatje boven waar hij zich heeft ingeboord, en aan een veel grotere opening onderaan. De larve is solitair en verpopt zich in het vruchtje.
waardplanten
Asteraceae, oligofaag
Arctium lappa, minus, nemorosum, tomentosum; Cirsium arvense, vulgare.
Slechts zelden op Crisum.De vermelding van Centaurea jacea door Tóth is minder waarschijnlijk.
synoniemen
Cerajocera, Orellia, Trypeta, tussilaginis.
parasitoïden, predatoren
literatuur
Baugnée (2006a), Dauphin & Aniotbehere (1997a), Kütük, Yaran, Torbali, ao (2019a), Lutovinovas (2014a), Merz & Kofler (2008a), Mohamadzade Namin (2011a), Redfern & Shirley (2011a), Smit (2010a), Spooner & Bowdrey (2012a), Tóth (1969a), White (1988a).