Asphondylia punica Marchal, 1897
op Atriplex
gal (uit Houard, 1908a)
gal
Bladeren van de stengeltop dicht opeen gepropt, min of meer dakpansgewijs gerangschikt. De stengel hierbinnen is verkort en opgezwollen tot een zeer harde spoelvormige gal die een aantal bulten heeft, elk met een galkamer. Larve solitair, oranje.
waardplanten
Amaranthaceae, monofaag
Atriplex halimus.
synoniemen
Asphondylia punica, beschreven uit Tunesië, is door Dorchin ea gesynonymiseerd met A. conglomerata de Stefani, 1900, beschreven uit Sicilië, vooral op grond van de grote overeenkomst tussen de gallen. Omdat Kieffer (1901a,b), weliswaar zonder zonder toelichting over de herkomst van zijn materiaal, voor beide soorten sterk verschillende spatula’s afbeeldt is deze synonymie niet geheel zeker.
Volgens Houard veroorzaken beide soorten vergalling van de bloeiwijze, maar veroorzaakt alleen conglomerata vergalling van de bladknoppen, bestaande uit kleine uniloculaire gallen bezet net kleine blaadjes, hetzij solitair dan wel in een ± bolvormige massa.
spatula van A. conglomerata (uit Kieffer, 1901a)
spatula van A. punica (uit Kieffer, 1901a)
parasitoïden, predatoren
Neochrysocharis violacea; Torymus phillyreae, halimi.
literatuur
Askew, Blasco-Zumeta & Pujade-Villar (2001a); Dauphin & Aniotsbehere (1997a), Doğanlar & Elsayed (2013a), Dorchin, Mifsud & Askew (2014a), Elsayed, Skuhravá, Karam ao (2015a), Houard (1906a, 1908a), Kieffer (1901a,b,c), Marchal (1897a), Skuhravá, Blasco-Zumeta & Skuhravý (1993a), Skuhravá & Skuhravý (1994a, 1997b, 2021a: 46), Skuhravá, Skuhravý, Blasco-Zumeta & Pujade-Villar (2006a), Skuhravá, Skuhravý, Dauphin & Coutin (2005a), Skuhravá, Skuhravý & Elsayed (2014a), Skuhravá, Skuhravý, Blasco-Zumeta & Pujade-Villar (2006a), Skuhravá, Skuhravý & Kettani (2017a), de Stefani (1900a).