Contarinia baeri (Prell, 1931)
naaldkrommende galmug
op Pinus
gal
Aan de basis van een naaldenpaar leeft een citroengele larve. De weefselbeschadiging die de larve veroorzaakt doet de naald omknikken. Er wordt overigens geen duidelijke gal gevormd, en de naalden zijn ook maar weinig verkort. Univoltien; de larven overwinteren in de grond.
waardplanten
Pinaceae, monofaag
Pinus nigra, sylvestris.
opmerkingen
In tegenstelling tot Thecodiplosis brachyntera, met een ietwat vergelijkbare levenswijze, heeft de larve van baeri een spatula. Bovendien is de larve van baeri geassocieerd met lange, volledig uitgegroeide maalden (Barnes).
synoniemen
Cecidomyia baeri Prell, 1931.
literatuur
Barnes (1951a), Buhr (1965a), Mirumian (2011a), Roskam & Carbonnelle (2015a), Simova-Tošić, Skuhravá & Skuhravý (2000a, 2010a), Skuhravá & Skuhravý (1997a, 1999b, 2005b,c, 2021a: 189), Skuhravá, Skuhravý, Dauphin & Coutin (2005a), Skuhravá, Skuhravý, Dončev & Dimitrova (1991a, 1992a), Skuhravá, Skuhravý & Hellrigl (2001a), Skuhravá, Skuhravý & Meyer (2014a), Skuhravá, Skuhravý & Neacsu (1972a), Skuhravá, Skuhravý, Skrzypczyńska & Szadziewski (2008a), Skuhravý (1971a, 2009a), Tomasi (2003a, 2012a).