Acer pseudoplatanus, België, prov. Namen, Oignies © Sébastien Carbonnelle

gal

gesloten, lensvormig, vooral aan de randen transparant, 2 mm groot wratje in een jong blad; vaak verscheidene in een blad; larve wit, solitair. Oude gallen vallen uit het blad. Eén generatie per jaar; de larven overwinteren in de grond.
De gal is aan de onderzijde gesloten door de onderepidermis van het blad, hierin verschilt de gal van de erop gelijkende gal van Drisina glutinosa, waar de larve geheel vrij ligt.

waardplanten

Sapindaceae, nauw monofaag

Acer opalus, pseudoplatanus.

synoniemen

Dasineura, Harrisomyia, Perrisia, vitrina. Redfern & Shirley (2011a) synonymiseren vitrina met Acericecis campestre; dat is volgens Gagné Jaschhof niet juist.

opmerkingen

De soort treedt massaal, en ook schadelijk, op in gebieden waar door sterke luchtverontreiniging de schimmel Rhytisma acerinum verdwenen is (Skuhravá & Skuhravý, 1992b).

Binnenin de gal ontwikkelen zich vaak schimmels, vooral Apiognomonia hystrix, waardoor de larve uiteindelijk wordt doodgedrukt en het vergalde plantenweefsel afsterft en uit het blad valt (Wulf).

literatuur

Béguinot (2012a), Buhr (1964b), Burton, Ellis & Schneider (2022a), Dauphin & Aniotsbehere (1997a), Gagné (2010a), Gagné & Jaschhof (2014a), Hellrigl (2006a), Kieffer (1909a), Kollár (2011a), Lehmann & Hannover (2016a), Roskam (2019a), Simova-Tošić & Skuhravá (2001a), Simova-Tošić, Skuhravá & Skuhravý (1996a, 2000a, 2004a, 2007a), Simova-Tošić, Skuhravá, Skuhravý & Postolovski (2007a), Skuhravá & Skuhravý (1986a, 1988a, 1992b, 1994a, 1997a, 1999a,b, 2003a, 2010a, 2021a: 23), Skuhravá, Skuhravý, Dauphin & Coutin (2005a), Skuhravá, Skuhravý, Dončev & Dimitrova (1991a, 1992a), Skuhravá, Skuhravý & Massa (2007a), Skuhravá, Skuhravý & Meyer (2014a), Skuhravá, Skuhravý, Skrzypczyńska & Szadziewski (2008a), Tomasi (2014a, 2021a), Wulf (1990a).