Vicia cracca, Nieuwendam: gallen

in elk galletje zat, aan de basis, één larve; maar ze bleken van twee typen te zijn (zie hieronder)

gal

De deelblaadjes zijn over de hoofdnerf naar boven dubbel gevouwen, maar niet slechts licht verkort en gezwollen. Twee generaties per jaar; een of meer gele larven in een gal.

o

waardplanten

Fabaceae, nauw monophaag

Vicia cracca.

Een vermelding van V. sylvatica door Béguinot dient nader te worden geverifiëerd.

inquilinen

Vermoedelijk behoren de witte larven tot de inquiline Macrolabis vicicola (de kleur van die larven is niet beschreven).

literatuur

Béguinot (2003b, 2006b, 2012a), Bruun (2015a), Buhr (1965a), Dauphin & Aniotsbehere (1997a), Flügel (2016a), Gagné (2010a), Koops (2013a), Lehmann & Hannover (2016a), Mirumian (2011a), O’Connor & Wistow (1999a), Redfern & Shirley (2011a), Roskam (2009a), Roskam & Carbonnelle (2015a), Rübsamen (1917a), Simova-Tošić, Skuhravá & Skuhravý (1996a), Skuhravá & Skuhravý (2007a, 2010a, 2021a: 300), Skuhravá, Skuhravý, Dauphin & Coutin (2005a), Skuhravá, Skuhravý, Dončev & Dimitrova (1991a, 1992a), Skuhravá, Skuhravý & Jørgensen (2006a), Skuhravá, Skuhravý & Meyer (2014a), Skuhravá, Skuhravý, Skrzypczyńska & Szadziewski (2008a), Stelter (1992b).