Tetraneura africana van der Goot, 1912
op graswortels
parasiet
Apterae 2-3.5 mm, lederkleurig tot bleek bruin; kop en prothorax donkerbruin; een bepoedering met was geeft aan de voorzijde vaak een blauwige tint, terwijl wittige was de achterzijde kleurt. Kolonies aan de wortels.
waardplanten
Poaceae, oligofaag
Calamagrostis epigeios; Cynodon dactylon; Phragmites australis’ Sorghum halepense.
verspreiding binnen Europa
literatuur
Barbagallo & Massimino Cocuzza (2014a), Blackman & Eastop (2018), Krzywiec (1982a), Nieto NafrÃa & de Benito Dorrego (1976a), Walczak, Borowiak-Sobkowiak & Wilkaniec (2017a).