Plantparasieten van Europa

bladmineerders, gallen en schimmels

Forda formicaria

Forda formicaria von Heyden, 1837

op Pistacia, primaire waardplant

Forda formicaria: gall on Pistacia terebinthus

Pistacia terebinthus, gal (uit Houard, 1909a)

Forda formicaria gall

Griekenland, Lefkas, Katouna, 6.ix.2021 © Laurens van der Linde

Forda formicaria larvae

geopende gal met larven

Forda formicaria alatae

enkele dagen later, nu alatae

Forda formicaria galls on Pistacia lentiscus

Pistacia terebinthus, Griekenland, Sterea, Konitsa, 25.vii.2020 ©
Cor Zonneveld

Forda formicaria galls on Pistacia lentiscus

Pistacia terebinthus, Spanje, Huesca, Embalse de Santa Ana, 15.vi.2019 ©
Cor Zonneveld: secundaire gallen

Forda formicaria fundatrix galls on Pistacia lentiscus

twee fundatrix gallen

Forda formicaria fundatrix gall on Pistacia lentiscus

detail

Forda formicaria fundatrix galls on Pistacia lentiscus

fundatrix gallen in tegenlicht

Forda formicaria galls on Pistacia terebinthus

fundatrix gallen en secundaire gallen

Forda formicaria gall

Pistacia terebinthus, Spanje, prov. Léon, San Juan de Paluezas © Nicolás Pérez

gal

er zijn twee typen gallen. De fundatrix leeft in een open galletje aan de voet van een blaadje. Haar nageslacht leeft in een naar boven toe halvemaanvormige ingerolde bladrand.

waardplanten

Anacardiaceae, nauw monofaag

Pistacia terebinthus & subsp. palaestina.

Volgens Houard ook P. atlantica, vera.


op Poaceae, secundaire waardplanten

gal

Luizen aan de wortels.

waardplanten

Poaceae, Cyperaceae, oligofaag

Agropyron”; Agrostis; Anisantha sterilis; Avena sterilis; Bromus; Cynodon; Dactylis; Deschampsia; Festuca; Hordeum; Lolium; Ochlopoa annua; Poa; Secale; Setaria; Stipa parviflora; Triticum aestivum; Carex; Cyperus

Nieto Nafría ea melden ook een heel afwijkende, maar vitale kolonie op Andryala.

synoniem

Pemphigus semilunarius Passerini, 1856, Forda, Tetraneura, semilunaria; F. formicaria subnuda Börner, 1952; F. meridionalis Mordvilko, 1935.

opmerkingen

In meer noordelijk Europa, waar de primaire waardplant niet voorkomt, leeft de soort zonder waardwisseling op grassen. De luizen op de secundaire waard zijn zeer nauw met mieren geassociëerd; ze overwinter ook in mierennesten.

literatuur

Barbagallo, Binazzi, Pennacchio & Pollini (2011a), Barbagallo & Massimino Cocuzza (2014a), Barbagallo & Pollini (2014a), Barjadze, Japoshvili, Karaca & Özdemir (2014a), Béguinot (2003a), Bellmann (2012a), Blackman & Eastop (2014), Blanes-Dalmau, Caballero-López & Pujade-Villar (2017a), Börner & Franz (1956a), Cogolludo (1921a), Dauphin & Aniotsbehere (1997a), Heie (1980a), Houard (1909a), Inbar, Wink & Wool (2004a), Lampel & Meier (2003a), Meliá Masiá (1986a), Nieto Nafría & de Benito Dorrego (1976a), Nieto Nafría, Mier Durante, Binazzi & Pérez Hidalgo (2002a), Petrović (1998a), Pellizzari (2010b), Pérez Hidalgo, Martínez Peláez & Nieto Nafría (2001a), Roberti (1983a), Schimitschek (1939a), Suay Cano & González Funes (1998c), Tambs-Lyche & Heie (1994a), Tavares (1905a), Tomasi (2014a), Wojciechowski, Depa, Halgoš ao (2016a), Wool & Kurzfeld-Zexer (2008a).

Laatste bewerking 1.viii.2023