Carulaspis minima (Signoret, 1869)
vooral op Cupressaceae
© United States National Collection of Scale Insects Photographs , USDA Agricultural Research Service, Bugwood.org
parasiet
Schildluizen op de naalden en kegels. Vrouwelijke schildjes ± 1 mm, wit, cirkelrond, met (bijna) in het centrum de donkergele exuvia van de eerdere generaties.
waardplanten
Cupressaceae, oligofaag
Chamaecyparis lawsoniana; Cryptomeria japonica; Cupressus arizonica, goveniana, x leylandii, sempervirens; Juniperus communis, drupacea, foetidissima, “horizontalis”, oxycedrus, phoenicea, sabina, thurifera, virginiana; Platycladus orientalis; Sequoia sempervirens; Tetraclinis articulata; Thuja occidentalis, plicata; Thujopsis dolabrata.
fenologie
Eén generatie, overwintering als bevrucht wijfje.
verspreiding binnen Europa
synoniemen
Carulaspis carueli (Targioni Tozzetti, 1868).
literatuur
Akkuzu, Arslangündoğdu & Selmi (2006a), Blay Goicoechea (1992a), Gertsson (2011a), Goidanich (1961a), Hellrigl (2004a), Malumphy (2010a), Malumphy & Kahrer (2011a), Mifsud, Mazzeo, Russo & Watson (2014a), Pellizzari, Porcelli, Seljak & Kozár (2011a) Crete, ScaleNet (2018), Seljak (2010a), Soria, Cadahia & Muñoz (1993a), Ülgentürk, Özdemir, Muştu, ao (2019a).