Orthezia urticae (Linnaeus, 1758)
polyfaag op kruiden
Stellaria holostea, België, prov. Namen, Villers-sur-Lesse, 13.vi.010 © Jean-Yves Baugnée: volwassen wijfje met ovisac
van opzij
parasiet
Wijfjes met vier rijen hagelwitte aanhangsels die scherp contrasteren met de zwartbruine, relatief lange poten en antennen. Het wijfje maakt aan haar achterlijf een witte, geribde ovisac die uiteindelijk even lang is als haar lichaam.
waardplanten
Achillea millefolium; Allium; Arenaria montana; Artemisia alba; Astragalus; Clematis vitalba; Dianthus; Erica; Euphorbia; Galium; Geranium phaeum; Lavandula angustifolia; Linaria vulgaris; Melampyrum; Morus; Pilosella officinarum; Rubus caesius; Salicornia; Taraxacum; Teucrium chamaedrys; Thapsia villosa; Thymus membranaceus; Tolpis staticifolia; Urtica dioica.
verspreiding binnen Europa
literatuur
Ćwierzyk & Dziedzicka (1987a), Dziedzicka (1988a), Gertsson (2016a), Gomez-Menor Ortega (1948a, 1957a, 1960a, 1965a), Hellrigl (2004a), Hoffmann (2002a), Jansen (1999b), Kaydan, Konczné Benedicty & Szita (2015a), Köhler (2011a), Kozár, Guignard, Bachmann ao (1994a), Kozár & Ostafichuk (1987a), Malumphy, Ostrauskas & Pye (2010a), Pérez Hidalgo, Mier Durante & Umaran (2015a), ScaleNet (2021), Schmutterer & Hoffmann (2003a), Seljak (2010a).