Aphalara polygoni Foerster, 1848

duizendknoopbladvlo

op Rumex

gal

bladen misvormd, bultig, met in de corresponderende holten aan de onderkant een sterk afgeplatte larve die niet omgeven is door een krans van wasdraden. Bivoltien. Overwintering als imago op coniferen.

waardplanten

Polygonaceae, nauw monofaag

Rumex acetosella, acetosa, scutatus.

Vermeldingen van Persicaria of Polygonum hebben in het algemeen betrekking op Aphalara freji.

synoniemen

Aphalara rumicicola Klimaszsewski, 1966.

literatuur

Baugnée, Burckhardt & Fassotte (2002a), den Bieman, Malenovský, Burckhardt & Heijerman (2019a), Buhr (1965a), Burckhardt (1983a, 2002a), Burckhardt & Freuler (2000a), Burckhardt & Lauterer (1997a), Conci, Rapisarda & Tamanini (1992a), Dauphin & Aniotsbehere (1997a), Hellrigl (2004a), Hodkinson (1989a, 2009a), Hodkinson & White (1979a), Lauterer (1979a, 1982a, 1993a), Malenkovský & Lauterer (2012a), O’Connor & Malumphy (2011a), Redfern & Shirley (2011a), Seljak (2020a), Tomasi (2012a, 2014a), White & Hodkinson (1982a).