Arytinnis proboscidea (Loginova, 1976)
op Adenocarpus
5e stadium larve (uit Percy)
parasiet
Eerste tot derde stadium larven roomkleurig en oranje, latere stadia helder groen en oranje, al dan niet met zwarte tergieten. Eieren in kleine groepjes aan de binnenzijde van steunbladeren en kelken en op de bloemkroon, ook wel aan de binnenzijde van bladstelen in zich ontwikkelende bladknoppen. Sommige larven verhuizen naar de de basis van de bloemen en de bloemstelen, anderen komen bijeen op de jonge bloemen of binnenin open bloemen aan de basis van de bloembuis.
waardplanten
Fabaceae, monofaag
Adenocarpus foliolosus, viscosus.
verspreiding binnen Europa
Canarias: La Palma, Tenerife.
synoniemen
Arytainilla proboscidea.
literatuur
Hodkinson (1960a)m Hodkinson & Hollis (1987a), Percy (2003a).