Bactericera curvatinervis (Förster, 1848)
op Salix
gal
Het aantal Psylloidea dat, meestal monofaag, leeft op wilgen is aanzienlijk. Waarschijnlijk verschilt het aantastingsbeeld van soort tot soort slechts weinig: kleine putjes aan de bladonderzijde, elk met een afgeplatte larve, en bij sterkere aantasting krullingen, vooral van de jongere bladen.
Op wilg treden twee geslachten op, behorend tot verschillede families: Bactericera (Triozidae) en Cacopsylla (Psyllidae). Bij Triozidae-larven heeft de vleugelaanleg aan de voorzijde een lob die reikt tot de voorzijde van de kop; bij Psyllidae ontbreekt deze lob.
waardplanten
Salicaceae, monofaag
Salix alba, appendiculata, aurita, caprea, cinerea, elaeagnos, glabra, purpurea, repens, viminalis. waldsteiniana.
Vooral S. aurita, caprea.
fenologie
Univoltien; overwintering als imago, veelal op coniferen.
synoniemen
Trioza curvatinervis
literatuur
Baugnée, Burckhardt & Fassotte (2002a), den Bieman, Malenovský, Burckhardt & Heijerman (2019a), Burckhardt (1983a, 2002a), Burckhardt & Freuler (2000a), Hellrigl (2004a), Hodkinson & White (1979a), Jerinić-Prodanović (2010a), Lauterer & Dorow (2010a), Malenkovský & Lauterer (2012a), O’Connor & Malumphy (2011a), Ossiannilsson (1992a), Ouvrard, Burckhardt Cocquempot (2015a), Rapisarda, Weigand, Braun & Eickermann (2022a), Seljak (2006a, 2020a), White & Hodkinson (1982a).