Bactericera trigonica Hodkinson, 1981op Daucus, etc.
parasiet
op Daucus, etc.
parasiet
Larven ± 2 mm ovaal, sterk afgeplat, omgeven door een glanzende “stralenkrans” van wasdraden, aan de onderzijde van het blad, soms in een ondiep kuiltje. Verscheidene generaties; overwintering als volwassen insect in coniferen.
waardplanten
Apiaceae, oligofaag
Daucus carota; Ferulago campestris; Foeniculum vulgare; Orlaya grandiflora; Seseli libanotis.
larve
Burckhardt & Freuler beschrijven de larve en geven een tabel (voor imagines en 5e stadium larven) voor de op Daucus voorkomende psylliden.
synoniemen
Trioza trigonica.
literatuur
Burckhardt (2002a), Burckhardt & Freuler (2000a), Conci, Rapisarda & Tamanini (1996a), Halperin, Hodkinson, Russell & Berlinger (1982a), Hellrigl (2004a), Malenovský, Baňař & Kment (2011a), Malenkovský & Lauterer (2012a), SeljK (2020a), Spodek, Burckhardt & Freidberg (2017a).