Trioza laserpitii Burckhardt & Lauterer, 1982
op Apiaceae
Pimpinella major, België, prov. Henegouwen, Chimay, Forge-Jean-Petit © Sébastien Carbonnelle
larve
gal
Larven aan de onderzijde van de bladeren in ondiepe putjes; ze zijn dorsoventraal sterk afgeplat, ovaal, en over de hele omtrek omzoomd met een krans wasdraden. De bladeren zijn plaatselijk verkleurd. Eén generatie, onverwintering in coniferen.
waardplanten
Apiaceae, nauw oligofaag
Chaerophyllum aromaticum; Laser trilobum; Laserpitium latifolium, krapfii & subsp. gaudinii, latifolium, siler; Pimpinella major.
literatuur
Burckhardt (1983a, 1986a, 2002a), Burckhardt & Lauterer (1982a), Conci & Tamanini (1989a), Dauphin & Aniotsbehere (1997a), Jerinić-Prodanović (2010a), Ossiannilsson (1992a), Seljak (2020a), Seljak Malenkovský & Lauterer (2008a).