Tetramesa calamagrostidis (Schlechtendal, 1891)
op Calamagrostis
Calamagrostis epigeios; uit Claridge (1961a)
Calamagrostis epigeios, België, prov. Namen, Matagne, 1.iii.2017 © Sébastien Carbonelle; wespen uitgekweekt, gedetermineerd door Gérard Delvare
geopende gal met parasitoid larve
gal
In de halm boven de tweede of derde knoop één of meer larvekamers, met in elk een larve. De halm is ter plaatse zwak opgezwollen. Plant en bloeiwijze verkommerd; aangetaste planten vallen op doordat de halm kort en dik is, waardoor de bloeiwijze niet uitsteekt boven de gras-vegetatie. De larve overwintert in de gal en verpopt in het voorjaar..
waardplanten
Poaceae, monofaag
Calamagrostis arundinacea, canescens, epigeios.
synoniemen
Harmolita, Isthmosoma, Isosoma, calamagrostidis.
parasitoïden, predatoren
Homoporus luniger; Torymus baudysi.
literatuur
Buhr (1964a), Dauphin & Aniotsbehere (1997a), Dawah (1987a), de Vere Graham & Gijswijt (1998a), Henneicke, Dawah & Jervis (1992a), Houard (1908a), Koponen & Vikberg (2016a), Ludwig (1974a), Redfern & Shirley (2011a), Roskam (2009a), Tomasi (2014a).