Tetramesa hyalipennis (Walker, 1832)
op Elymus, Elytrigia
gallen op Elytrigia juncea subsp. boreoatlantica (links) en E. repens (rechts); uit Claridge (1961a)
Elytrigia repens, Balkbrug, Oud Avereest, 16.vii.2020 © Arnold Grosscurt
variabiliteit
geopende gal
larve
Elytrigia repens, Frankrijk, dép. Pas-de-Calais, Oye-Plage, RN Platier d’Oye, 23.x.2015 © Sébastien Carbonelle; wespen uitgekweekt, det. Gérard Delvare
gal
De bovenste 3-4 internodia zijn zeer sterk verkort, hun wanden verdikt, en de tussenschotten in de knopen zijn verdwenen. De bladscheden vormen een elliptische prop, de bladschijven zijn tot bijna niets gereduceerd. In de holte van de internodia leeft een enkele larve.
waardplanten
Poaceae, monofaag
Elymus caninus; Elytrigia intermedia, repens.
parasitoïden, predatoren
Eupelmus messene, vesicularis; ? Torymus baudysi.
synoniemen
Harmolita hyalipennis; Isosoma hyalipenne; Isosoma, Tetramesa, graminicola auct. nec Giraud, 1863.
Houard (1908a) vermeldt bij deze gal als waardplant “Ammophila arundinacea“, thans Ammophila arenaria subsp. arundinacea. De enige Tetramesa die in de latere literatuur van Ammophila wordt vermeld is T. eximia; deze maakt echter andere gallen.
literatuur
Bailey (1967a), Buhr (1964a), Claridge (1961a), Dauphin & Aniotsbehere (1997a), Dawah (1987a), Fusu (2017a), de Vere Graham & Gijswijt (1998a), Henneicke, Dawah & Jervis (1992a), Houard (1908a), Koponen & Vikberg (2016a), Lambinon, Schneider & Chevin (2003a), Lehmann & Hannover (2016a), Redfern & Shirley (2011a), Roskam (2009a, 2019a), Tomasi (2012a, 2014a).