Quercus robur, Dronten © Arnold Grosscurt

gall

De gal is gelig tot roodbruin, van boven vak of ingedeukt, hard- en dunwandig en is uniek doordat er twee kamers zijn; de larve bevindt zich in de onderste. Overwintering in de afgevallen gallen. Gallen in juni-september, rijp in augustus.

waardplanten

Fagaceae, monofaag

Quercus coccifera, ilex, lusitanica, petraea, pubescens, robur, suber.

---

op Quercus; sexuele generatie

gal

De sexuele generatie maakt dunwandige, eenkamerige, zeppelin-vormige galletjes die met een verbrede punt vastgehecht zijn aan de bladrand, vaak aan het einde van de hoofdnerf of een dikke zijnerf. Ze zijn 3 x 5 mm, fijnbehaard, zonder lengte-ribbels. Jonge gallen zijn gelig, later worden ze bruin.

waardplanten

Fagaceae, monofaag

Quercus petraea, pubescens, robur.

synoniemen

Dryophanta disticha.

inquilinen

Synergus pallicornis.

parasitoïden, predatoren

Cyrtoptyx robustus; Eupelmus urozonus, vesicularis; Eurytoma brunniventris; Mesopolobus sericeus; Ormyrus pomaceus.

literatuur

Askew (1961b), Béguinot (2002a,e,g,h, 2006a,c, 2007b, 2012a), Bellmann (2012a), Blanes-Dalmau, Caballero-López & Pujade-Villar (2017a), Buhr (1965a), Cogolludo (1921a), Dauphin & Aniotsbehere (1997a), Dietrich (2016a), Docters van Leeuwen (1947a), Eady & Quinlan (1963a), Gómez, Hernández Nieves, Garrido Torres, ao (2006a) , Hellrigl (2009a, 2010a), Hellrigl & Bodur (2015a), Houard (1908a), Kollár (2011a), Kwast (2014a), Lambinon, Carbonnelle & Claerebout (2015a), Lambinon, Schneider & Chevin (2003a), Melika (2006a), Melika, Csóka & Pujade-Villar (2000a), Nieves-Aldrey (1094b, 2001a), Redfern & Shirley (2011a), Roskam (2009a), Tavares (1905a), Tomasi (2014a), Williams (2010a).