Isocolus leuzeae Nieves-Aldrey & Parra, 2003
op Rhapontium
gal
Een aantal vruchtjes in het hoofdje vervormt tot harde, ovale, eenkamerige galletjes. Samen vergroeien ze tot één geheel. Vergalde hoofdjes blijven klein, vormen nauwelijk vruchtpluis; de galmassa blijft binnen het omwindsel verborgen. Een generatie; de larven overwinteren in de gal, en verpoppen zich daar in het voorjaar.
waardplanten
Asteraceae, monofaag
Rhaponticum coniferum (= Leuzea conifera).
parasitoïden, predatoren
Adontomerus crassipes; Eurytoma strigifrons; Sycophila submutica.
literatuur
Askew, Plantard, Gómez, ao (2006a), Gómez, Hernández Nieves, Garrido Torres, ao (2006a), Nieves-Aldrey (2012a), Nieves-Aldrey, Gómez, Hernández Nieves & Lobo (2006a), Nieves-Aldrey & Parra (2003a).