Fenella nigrita Westwood, 1839
ganzerikmineerwesp

Potentilla anserina, Horst

Potentilla spec., België, prov. Oost-Vlaanderen, Oudenaarde, bos t’Ename © Carina Van Steenwinkel

bezette mijnen

larve in de mijn
Agrimonia eupatoria, Nieuwendam
mijn
Transparante voldiepe blaasmijn zonder duidelijke begingang, zich snel en sterk verbredend vanaf het begin; frass in worstvormige korrels. Vaak hebben een aantal deelblaadjes van een samengesteld blad elk een mijn.
waardplanten
Rosaceae, oligofaag
Agrimonia eupatoria, procera, repens; Aremonia agrimonioides; Argentina anserina; Comarum palustre; Filipendula rubra, ulmaria; Fragaria vesca; Potentila argentea, argyrophylla, crantzii, erecta, fulgens, pensylvanica, reptans, tabernaemontani.
fenologie
Larven gevonden van eind mei tot eind october.
BENELUX
BE waargenomen (Fauna Europaea, 2008).
NE waargenomen (van Ooststroom, 1976a).
LUX waargenomen (Chevin, Ellis & Schneider, 2011a).
verspreiding binnen Europa
Geheel Europe, wellicht uitgezonderd het Balkanschiereiland (Fauna Europaea, 2008).
larve
opmerkingen
Minerende bladwespenlarven hebben in het algemeen een buitengewoon nauw spectrum van waardplanten, en het is merkwaardig dat F. nigrita daarop zo’n duidelijke uitzondering vormt. Liston (1993b) heeft daarom het vermoeden uitgesproken dat deze soort wel eens uit een complex van “kleine soorten” zou kunnen bestaan.
Hering (1924a) vond tussen honderden uitgekweekte wespen geen enkel mannetje; waarschijnlijk is de soort parthenogenetisch.
literatuur
Ahr (1966a), Altenhofer (2003a), Beiger (1958a, 1960a, 1965a, 1970a, 1979a), Blank ao (1998a), Buhr (1933a, 1941a, 1964a), Chevin, Ellis & Schneider (2011a), Drăghia (1967a, 1971a), Haase (1942a), Hartig (1939a), Healy (1869b), Hering (1924a, 1930b, 1936b, 1957a), Huber (1969a), Kvičala (1938a), Liston (1993b, 1995b, 2006a, 2007d), Liston, Knight, Heibo, ao (2012a), Lorenz & Kraus (1957a), Maček (1999a, 2012c), Michalska (1970a, 1972a), Nowakowski (1954a), van Ooststroom (1976a), Popescu-Gorj & Drăghia (1968a), Pschorn-Walcher & Altenhofer (2000a), Pschorn-Walcher & Taeger (1995), Riddiford & Liston (2016a), Robbins (1991a), Scobiola-Palade (1974a), Skala (1941a, 1951a), Skala & Zavřel (1945a), Smith (1971a), Sønderup (1949a), Taeger, Blank & Liston (2006a), Taeger ao (1998a), Viramo (1969a), Wahlgren (1944a, 1951a), Zoerner (1969a), Zombori (1978a).