Fenusella glaucopis (Konow, 1907)
op Populus
Populus tremula, België, prov. Antwerpen, Balen, Griesbroek, 4.v.2020 © Carina Van Steenwinkel
zelfde mijn in doorzicht
larve

Populus tremula, België, prov. Namen, Couvin, Frasnes-lez-Couvin, RN Tienne du Lion, 25.v.2016 © Stéphane Claerebout

de mijn begint met een kort gangetje langs de bladrand

de larve in de mijn
Populus canescens, Nieuwendam; determinatie onder voorbehoud
mijn
Doorzichtige, snel verbruinende blaasmijn die begint aan de bladrand. Frasskorrels verspreid in de mijn. De larve verlaat de mijn voor de verpopping.
waardplanten
Salicaceae, monofaag
Populus alba, x canescens, nigra, tremula.
Volgens Liston & Späth (2004a) zijn alleen waarnemingen op P tremula geloofwaardig.
fenologie
Larven in mei (Altenhofer, 1980b).
BENELUX
BE waargenomen (Fauna Europaea, 2008).
NE Niet in van Ooststroom’s (1976a) naamlijst van Nederlandse bladwespen; in Nieuwendam bezette mijnen gevonden die mogelijk tot deze soorten behoren.
LUX niet waargenomen (Fauna Europaea, 2008).
verspreiding binnen Europa
Van Zweden en Finland tot de Pyreneeën, Italië en Slovenië, en van Engeland tot in Rusland (Fauna Europaea, 2008).
Pigmentatie van het ventrale gebied rondom de anale buikpoten bij de larve van Fenusella glaucopis (links) en F. hortulana (rechts); ontleend aan Altenhofer (1980a).
larve
De pigmentvlek vóór het laatste paar buikpoten (“naschuivers”) is zwak en weinig uitgebreid.
synoniemen
Fenusa, Messa glaucopis.
literatuur
Altenhofer (1980a,b, 2003a), Balázs & Haris (2019a), Blank ao (1998a), Chevin (1987a, 1998a), Hering (1957a), Lengesova (2008a), Liston (1995b), Liston & Späth (2004a), Maček (1999a, 2012c), van Ooststroom (1976a), Pieronek (1962a), Pschorn-Walcher & Altenhofer (2000a), Robbins (1991a), Taeger, Blank & Liston (2006a), Taeger ao (1998a), Viramo (1969a), Zoerner (1969a).