Fenusella wuestneii (Konow, 1894)

Salix viminalis, Veessen
mijn
Ovipositie op de bladschijf. Vandaar begint een gang die snel overgaat in een voldiepe bruine blaasmijn, die de begingang vaak overloopt (Viramo, 1969a). De mijn breidt zich aanvankelijk uit in de richting van de bladtop, loopt daarna weer naar de bladbasis (Buhr, 1933a, 1941a). De larve verlaat kort voor de verpopping de mijn.
waardplanten
Salicaceae, nauw monofaag
Salix viminalis.
Volgens Liston (2007b) zijn vermeldingen van andere Salix-soorten (caprea, cinerea, elaeagnos, herbacea, purpurea, silesiaca, triandra) dubieus. Vermeldingen van Salix lapponum hebben betrekking op Fenusella septentrionalis.
BENELUX
BE waargenomen (Fauna Europaea, 2008).
NE waargenomen (van Ooststroom, 1976a).
LUX niet waargenomen (Fauna Europaea, 2008).
verspreiding binnen Europa
Van Zweden en Finland tot de Alpen, en van de Benelux tot Roemenië (Fauna Europaea, 2008).
larve
synoniemen
Messa wüstneii.
opmerkingen
Oudere mijnen kunnen verward worden met die van Heterarthrus microcephalus.
literatuur
Beiger (1979b), Blank ao (1998a), Buhr (1933a, 1941a, 1964a), Heibo, Lønnve, Barstad ao (2014a), Hering (1924b, 1957a), Hoop (1983a), Liston (1995b, 2006a, 2007b), Lorenz & Kraus (1957a), Malaise (1920a), Michalska Myssura & Walczak (2010a), van Ooststroom (1976a), Smith (1971a), Sønderup (1949a), Taeger, Blank & Liston (2006a), Viramo (1969a), Zoerner (1969a, 1970a).