Plebejus idas (Linnaeus, 1761)

vals heideblauwtje

op kruiden, dwergstruiken

parasiet

Larven vrij op de bladeren.

waardplanten

polyfaag

Anthyllis vulneraria; Astragalus alpinus; Calluna vulgaris; Cercis siliquastrum; Cicer arietinum; Cytisus scoparius; Empetrum nigrum; Galega officinalis; Genista germanica, tinctoria; Helianthemum nummularium; Hippocrepis emerus subsp. emeroides; Hippophae rhamnoides; Lotus corniculatus; Medicago lupulina, sativa, x varia; Melilotus albus, officinalis; Onobrychis; Prunus spinosa; Trifolium campestre, pratense; Ulex europaeus; Vaccinium uligonosum.

verspreiding binnen Europa

PESI (2021).

ei, larve, pop

zie Lepiforum, Pyrgus.

synoniemen

Lycaeides, Plebeius, Polyommatus, idas.

opmerkingen

De Turkse ondersoort Plebeius idas baldur, die monofaag leeft op Cytisus eriocarpus, zou volgens Kolev, en Kovanci ea een zelfstandige soort kunnen zijn.

literatuur

Aistleitner & Aistleitner (1996a), Bálint (1993b), Baquero, Moraza, Ariño & Jordana (2011a), Dupont, Luquet, Demerges & Drouet (2013a), Hardtke & Nuß (2006a), Kolev (2005a), Kovanci, Gencer & Kovanci (2009a), Lepiforum (2021), Olivier, van der Poorten & De Prins (1998a), pyrgus.de (2023), Ulbrich (2004a).