Chamaesphecia nigrifrons (Le Cerf, 1911)
op Hypericum
parasiet
De larve boort in de wortels. In het najaar maakt de larve een korte tunnel in de basis van de stengel, en werkt tegelijkertijd een grote hoeveelheid roodbruin zaagsel naar buiten. Aan de top van de verticale tunnel wordt de plant zo beknaagd dat de stengel afbreekt. De larve overwintert in de stomp en verpopt er zich in het voorjaar.
waardplanten
Hypericaceae, monofaag
Hypericum hirsutum, perforatum.
fenologie
De larve leeft één jaar.
verspreiding binnen Europa
larve, pop
Larve en pop worden gedetailleerd beschreven door Bąkowski.
synoniemen
Chamaesphecia sevenari Lipthai, 1961.
literatuur
Bachelard (2014a), Bąkowski (2013b), Bąkowski & Hołowinski (2010a), Ebert (ed., 1997a), Lantz (2015a), Laštůvka & Laštůvka (2001a), Predovnik (2005a, 2010a), Pühringer (2004a), Špatenka (1987a), Špatenka & Laštůvka (1983a).