Sesia bembeciformis (Hübner, 1806)
gekraagde wespvlinder
op Salix
Engeland, Norfolk, Downham-Market, 13.vi.2023 © Rob Edmunds (op lokstof)
parasiet
De larven maakt een 10-40 cm lange tunnel in het onderste deel van de stamm, tussen bast en hout; het zaagsel wordt door een opening naar buiten gewerkt, Verpopping in het voorjaar in de gang, in een in de herfst gemaakte cocon. Na het uitvliegen steekt het exuvium half uit de uitvlieg-opening. Voorkeur voor warme en droge standplaatsen.
waardplanten
Salicaceae, monofaag
Salix alba, aurita, caprea, cinerea, gmelinii, purpurea, viminalis.
De belangrijkste waardplant is S. caprea.
fenologie
De larve leeft 3-4 jaar.
verspreiding binnen Europa
larve, pop
Larve en pop worden gedetailleerd beschreven door Bąkowski.
synoniemen
Sphecia crabroniformis (Lewin, 1797).
literatuur
Bąkowski (2013b), Bartsch (1992a), Ebner (ed., 1997a), Itämies, Mutanen, Mutanen & Pöykkö (1996a), Kusdas & Reichl (eds, 1974a), Laštůvka & Laštůvka (2001a, 2015a), De Prins, Steeman & Sierens (2016a), Pühringer (2000a, 2004a), Sage (2005a), Wegner (2010a).