Synanthedon myopaeformis (Borkhausen, 1789)
appelglasvlinder
vooral op houtige Rosaceae
parasiet
De larven leeft in boorgangen onder de schors, vooral in verkankerde of vergalde takken of in takken met mechanische beschadigingen. Verpopping in de gang, in een cocon.
waardplanten
Rosaceae, Maloideae, nauw oligofaag
Crataegus monogyna; Cydonia oblonga; Eriobotrya japonica; Malus domestica; Pyrus communis; Sorbus aria, aucuparia, mougeotii.
Maar volgens sommige auteurs ook ook Hippophaë rhamnoides.
fenologie
De larve leeft gewoonlijk twee jaar.
verspreiding binnen Europa
larve, pop
Larve en pop worden gedetailleerd beschreven door Bąkowski.
opmerkingen
Vooral in oude verwaarloosde appelbomen.
literatuur
Aistleitner (2004a), Bachelard (2014a), Bąkowski (2013b), Bąkowski, Celadyn, Hołowiński & Zajda (2011a), Bartsch (1992a), Bartsch & Pühringer (2005a), Bella, Bartsch & Laštůvka (2017a), Buhr (1964b), Ebert (ed., 1997a), Kusdas & Reichl (eds, 1974a), Laštůvka & Laštůvka (2001a), Mifsud, Farrugia & Sammut (2003a), Predovnik (2018a), Sage (2005a).