Epiphyas postvittana (Walker, 1863)

australische bladroller

vooral op dicotylen

parasiet

Larven tussen samengesponnen bladeren.

waardplanten

uitzonderlijk polyfaag

Actinidia deliciosa; Camellia; Ceanothus; Citrus; Diospyros; Eriobotrya; Euonymus europaeus; Fragaria; Laurus nobilis; Lonicera; Malus domestica; Mangifera indica; Musa x paradisiaca; Persea americana; Pyracantha; Pyrus; Rhododendron; Ribes; Rubus; Skimmia japonica; Vaccinium; Viscum album; Vitis.

verspreiding binnen Europa

Australische soort, invasief in Nieuw Zeeland, Hawaii, Californië en Europa (begonnen Engeland).

opmerkingen

Rob Edmunds vond dat de larve ook boort in licht ssamengesponnen vruchten van kardinaalsmuts. Eén larve verpopte daarin ook (een tweede verpopte zich in een omgeslagen bladrand). Dit deed denken aan Nephopterix angustella, maar in tegenstelling tot bij die soort werd geen uitgeworpen frass waargenomen.

literatuur

Brockerhoff, Suckling, Ecroyd, ao (2011a), Brown, Epstein, Gilligan, ao (2010a), Edmunds (2022a), Gaona, Grundy, Rodríguez, ao (2020a), Hancock & Bland (2015a), Meijerman & Ulenberg (2000a), Parsons & McGill (2010a), Pérez Santa-Rita, Ros-Prieto, Vieira, ao (2018a).