Cochylidia rupicola (Curtis, 1834)
veelkleurige bladroller
op Eupaotrium, etc.
parasiet
De larven leven in de bloemen, vretend van de zich ontwikkelende vruchten. Overwintering en verpopping in een afgebroken en verdroogde stengel.
waardplanten
Asteraceae, oligofaag
Eupatorium cannabinum; Galatella linosyris.
De soort wordt eveneens vermeld van Agrimonia; Lycopus europaeus (Rosaceae, Lamiaceae) De biologie van de larven hier is niet beschreven.
verspreiding binnen Europa
larve
Lichaam geelwit; kop lichtbruin; prothoracle plaat gelig; zie Swatschek.
synoniemen
Conchylis rupicola.
literatuur
Baldizzone & Scalercio (2018a), Bradley, Tremewan & Smith (1973a), Disqué (1905a), Fazekas (2018a), Hancock & Bland (2015a), Hellers (2002a), Huisman & Koster (2000a), Kovács & Kovács (2020a), Swatschek (1958a).