Coleophora maritimella Newman, 1873
zeeruskokermot
op Juncus
parasiet
De larve leeft in een zaadzak: een verdroogde bloem waarvan de vrucht is leeggegeten en bekleed met spinsel; de mond bevindt zich aan de zijde van het het steeltje en heeft een hoek van 20°-30°. De zakken zijn erg lastig te vinden, maar de larve verraadt zijn aanwezigheid door de opvallende gaatjes in de zijden van de leeggegeten vruchten.
waardplanten
Juncaceae, nauw monofaag
Juncus acutus, gerardi, maritimus.
fenologie
Actieve larven van september tot november; een deel overwintert op de waardplant en eet nog in het voorjaar.
verspreiding binnen Europa
Kustgebieden van heel Europe (PESI, 2018).
synoniemen
Coleophora obtusella Stainton, 1874.
literatuur
Baldizzone (1979a, 1982e, 1983c, 1985c, 1996a, 2020a), Baldizzone, Bella & Russo (1999a), Baldizzone & van der Wolf (2000a), Corley (2005a), Emmet, Langmaid, Bland ao (1996a), Gielis, Huisman, Kuchlein ao (1985a), Jansen (1985a, 2008a), Jansen & Asselbergs (1993a), Kaltenbach & Roesler (1985a), Langohr & Schreurs (1987a), Michaelis (1983a), Nel (1992c), Patzak (1974b), Roweck & Savenkov (2007a), Wegner (2010a).