Eteobalea albiapicella (Duponchel, 1843)
op Globularia
parasiet
Aanvankelijk boren de larven in de steel van de bloeiwijze; later lezen ze in de bloeiwijze zelf; daar ook de overwintering.
waardplanten
Globulariaceae, monofaag
Globularia bisnagarica, cordifolia, nudicaulis, vulgaris.
fenologie
Bivoltien; larven van augustus tot april en in juni.
verspreiding binnen Europa
synoniemen
Stagmatophora albiapicella.
literatuur
Biesenbaum (2000c), Haslberger (2011a), Kasy (1987a), Klimesch (1942c, 1960a), Koster & Sinev (2003a), Segerer, Haslberger, Grünewald ao (2013a).